Een bevlogen juf uit de Graaf Florisstraat

door • 12 oktober 2024 • Bewoners, Buurt en wijk

Door: Nina Huygen en Liesbeth Levy

Vanaf 2008 werkt Elvira Levy als leerkracht op de Harbour International School, de internationale school in de Graaf Florisstraat. Komend schooljaar zwaait ze af na 46 (!) jaar in het onderwijs te hebben gewerkt. Nina en Liesbeth waren benieuwd naar haar ervaringen, en naar de lessen die ze ons – bewoners – wil meegeven. Zij spraken met haar af bij Liesbeth Levy, haar nicht.

School is meer dan kennis, ook alles eromheen.

Nina moet even knipperen met haar ogen. Gaat Elvira eind dit jaar met pensioen? Ze oogt nog zo jong! Zelf zegt ze daar over: ‘Dat komt door mijn werk! Het houdt je jong.’

Van jongs af aan hield de in 1958 geboren Elvira van lezen. Ze wist niet welk vak te kiezen, maar had in haar hoofd: ik wil mensen leren lezen. Niemand van haar familie zat in het onderwijs. ‘Mijn moeder was verpleegster, vader was zakenman. Onderaan de ladder begonnen en als directeur geëindigd van een recyclingbedrijf.’  Haar vader had geschiedenis willen studeren. Hij kon prachtige verhalen vertellen, las ook veel en sprak vier talen.  Zijn ouders hadden drie zonen, er was maar geld om één daarvan te laten studeren en dat was niet haar vader.

Maar vanuit die wens om mensen te willen leren lezen, kwam ze terecht op de Pabo in Apeldoorn. ‘We woonden in Deventer maar daar was een leraar die antisemiet was. Mijn ouders wilde niet dat ik de kans zou lopen van die man les te krijgen.’ En dus reisde ze elke dag tussen de twee steden. Elvira omschrijft zichzelf niet echt als een studiebol. ‘Ik ben geen hoogvlieger, ik ben meer een grondstewardess; een pragmatisch ingesteld mens.’

Tot ze voor de klas stond, was ze heel verlegen. ‘Ik durfde niet eens de telefoon op te nemen!’ Maar voor de klas staan was anders: dat was een soort optreden. ‘Ik ging zingen voor de klas, met de klas. Zo ben ik van mijn verlegenheid afgekomen. Later ben ik met mijn tweelingzus Tamar, die ook in het onderwijs zat, een zangduo begonnen: De Levy Sisters.’

Liesbeth en Elvira in hun jonge jaren (Elvira: 2e van links, tweelingzus Tamar: 1e van links, Liesbeth: 2e van rechts)

Elvira begon haar loopbaan op het Rosh Pina, een Joodse basisschool in Amsterdam. Ze gaf les aan verschillende leeftijdsgroepen, maar merkte algauw dat haar hart lag bij de kleintjes, de kleuters. Elvira ervaarde al snel dat je als onderwijzer meerdere rollen hebt: verpleegster, advocaat, politieagent, leraar. Wat haar tot op de dag van vandaag drijft is om jonge kinderen de liefde voor het naar school gaan bijbrengen. Hen helpen de wereld om zich heen te laten ontdekken. Vooral de liefde voor de taal, waardoor ze met plezier gaan lezen, maar ook de liefde rekenen en voor andere vakken.

Op de internationale school begroet Elvira de kinderen in hun eigen taal. Ze spreekt ook de ouders aan. Ze let op hun gezichtsuitdrukkingen. Hoe staan ze erbij? Gaat het goed met ze? De ouders van de Harbour komen uit andere landen, ze moeten zich hier vestigen, nieuwe netwerken opbouwen. Ook hier ziet Elvira een rol voor zichzelf als ondersteuner: ‘School is meer dan alleen kennisoverdracht, het is ook de sociale en culturele wereld eromheen.’ We hebben specialisten op school, die ouders met problemen goed kunnen opvangen en eventueel doorverwijzen. Harbour is een community, waarbinnen iedereen zich gewaardeerd en veilig moet kunnen voelen.’

Vlammen op het podium

Elvira werkte 16 jaar in Amsterdam toen een collega een blind date regelde met haar broer die in Kenia woonde en werkte. Elvira raakte betoverd door zijn verhalen over Afrika. Dat wilde ze zien en beleven. Diep in haar hart verlangde ze al langer om naar het buitenland te gaan. En daar was de prins op het blauw-witte KLM-paard. In februari 1995 ging ze op vakantie naar Kenia. In juli van dat jaar pakte ze opnieuw haar koffers en vertrok naar Nairobi, en ging het avontuur aan. Ze had het van tevoren niet kunnen vermoeden, ze zou er 13 jaar blijven. ‘Ik voelde me meteen op mijn gemak in Afrika. Communiceren ging vanzelf. Ik was nieuwsgierig naar het leven van de Kenianen die ik ontmoette. Hoe leefden zij en hoe was hun familieleven? Ik ging dagelijks Keniaanse kranten lezen: me verdiepen in het land, de politiek. Dat was buitengewoon interessant. Ging met mijn partner naar Keniaanse vrienden. Daar proefde ik bijvoorbeeld zelfgemaakte worst van ingewanden van geiten, sukuma wiki (gestoofde boerenkool) en ugali (maisgerecht).’

Na te zijn geacclimatiseerd vroeg haar vriend, die een eigen bedrijf had, hoe zij het leven in Afrika voor zich zag. Wilde ze een lady of leasure worden? Wilde ze een auto met chauffeur? Hij zou het allemaal kunnen bekostigen. Maar daar had Elvira helemaal geen zin in, dat was niets voor haar. ‘Ik antwoorde dat ik zelf auto wilde rijden en wilde werken.’ Niet lang daarna ging ze daar aan de slag in het onderwijs.

‘Ik ben begonnen op de Nederlandse school, als leerkracht zwemmen en gymnastiek. Gym was altijd buiten. Ik kon improviseren. Na een jaar werd ik boventallig. Toen kreeg ik een baan op een Engelse kleuterschool, gerund door Kenianen met een Engels schoolhoofd. Omdat ik Keniaanse kranten las, werd mijn Engels steeds beter. Toen begon ik met iemand van een andere school een zwemschool op vrijdagmiddag: Water Tulip Swimming School. Aanvankelijk ging ik zelf steeds het water in maar ik kreeg het al snel erg koud. Daarop namen we Keniaanse zwemleerkrachten in dienst. De directrice van de school waar ik zwemles gaf, vroeg of ik geïnteresseerd was om voor haar te komen werken als kleuterjuf. Het was ook dichter bij huis. Op die school zaten voornamelijk expat kinderen. De hele week stond ik voor de klas en op vrijdagmiddag gaf ik zwemles.  Toen Water Tulip Swimming School de deuren sloot, ging ik wel door als gym juf. Ik gaf naast les in algemene vaardigheden ook hockey les.

Ik genoot van het lesgeven in Afrika. In de pauze kregen de kinderen limonade en koekjes. De resten van de koekjes trokken apen aan. Die werden dan door de conciërge met een katapult weggejaagd. Als de wind opstak waaiden de kameleons uit de boom. Ik kon dan aanschouwelijk onderwijs geven door het dier over mijn arm te laten lopen en erover te vertellen.’

Elvira genoot van haar leven in Kenia. Omdat ze niet stil kan zitten ging ze bij het Nederlands toneel en stapte daarna over naar De Nairobi City Players, een Engels toneelgezelschap, dat recentelijk 100 jaar bestond. Daar deed ze van alles: Murder Mysteries, musicals, ‘Allo Allo’ een co-productie van een Frans toneelgezelschap en de Nairobi City Players, en meer. De verlegen Elvira van voor de Pabo vlamde op het podium. En voor de klas. ‘Als je kinderen weet te boeien gaat de overdracht van kennis vanzelf.’

Van Kenia naar de Graaf Florisstraat

Toen na zes jaar Elvira’s relatie strandde, heeft ze nog zeven jaar alleen in Kenia gewoond. ‘Ik had mijn baan, vrienden en hobby’s. We reisden met de auto naar het platteland om murder mysteries te doen. Er woonden onder andere veel bloemenkwekers die hun rozen naar Nederland sturen. Daar traden we op.’ Het was een unieke tijd. Ze ging naar feesten van het type ‘in baljurk met lange handschoenen’; die kocht ze bij Laura Dolls in de Jordaan als ze in Nederland was. ‘Ik voelde me Assepoester op het bal. Ik heb vaak m’n glazen muiltje laten slingeren.’ 

Op een gegeven moment gebeurden er dingen waar ze zich zorgen over ging maken. Haar vaders gezondheid ging na de dood van haar moeder achteruit. Elvira raakte betrokken bij een overval en een vriend van haar werd neergeschoten. Ze dacht: nu moet ik weg.

Via een bevriende Turkse familie uit Kenia, die naar Rotterdam was verhuisd, kreeg ze in april 2008 de vraag of ze niet wilde solliciteren op de school waar hun zoon zat, de internationale school in de Graaf Florisstraat. Tijdens een vakantie ging ze op gesprek. ‘Ik had mijn cv meegenomen en op tafel gelegd. Het toenmalige schoolhoofd Lorraine vertelde enthousiast over haar school en gaf me een rondleiding. Met de belofte voor een baan, vloog ik terug naar Nairobi. ’

In augustus 2008 is ze begonnen in de Graaf Florisstraat. ‘Bleek dat mijn nicht Liesbeth in diezelfde straat woonde! Wat een toeval! Of bestaat dat niet?’ Eerst trok Elvira in bij haar zus in Amsterdam, ze had immers geen huis meer in Nederland. Naar na anderhalf jaar wilde ze weer alleen wonen, onafhankelijk zijn. Toen is Elvira terecht gekomen in Den Haag. ‘Ik hou enorm van de zee. Nu woon ik op fietsafstand. Door de keuze om in Den Haag te wonen moet ik vroeg op om op tijd in Rotterdam te zijn. Soms wip ik voor schooltijd even bij Liesbeth langs om koffie te drinken en bij te praten. Heel gezellig!’

Elvira vindt de Graaf Florisstraat een fijne buurt. Ze is vooral fan van de geveltuintjes in de straat, dat vindt ze een fantastische uitvinding. Samen met de bomen vormen die een oase van groen en koelte in de zomer. Ze geniet ervan om door de straat te lopen en om een praatje te maken met Mala, de vriendelijke rood-witte kat van de buren.

Liefde moet van twee kanten komen

Elvira wilde de internationale sfeer van Kenia vasthouden. Ze is grenzeloos nieuwsgierig naar andere culturen. Ze voelt zich daarom bevoorrecht om te werken op de internationale school. Ze heeft leuke collega’s uit verschillende landen. Binnen het team worden diverse talen gesproken. Onder de leerlingen rouleren meer dan 50 talen. Twee keer per jaar organiseren twee collega’s van EAL (English as an Additional Language) home language reading. Ouders lezen dan voor in de eigen taal (Spaans, Hindi, Armeens, Grieks, Frans, Duits, Italiaans, etc.) De kinderen die de bewuste talen spreken, komen dan luisteren. Verschillende leeftijden bij elkaar. ‘Ze vinden dat héérlijk!’

Elvira en haar collega’s zijn zich ervan bewust dat de kinderen veel lawaai maken op het schoolplein. Er stoppen ook veel auto’s voor de school wat tot gevaarlijke situaties kan leiden. ‘We zitten er bovenop. Wij grijpen in door de ouders op hun rijgedrag aan te spreken en het te vermelden in de schoolkrant. Ook is er regelmatig contact met de politie, die onlangs een bezoek aan de school gebracht heeft. Onze ouders wonen niet altijd in deze buurt, kunnen moeilijk een huis dichter bij school vinden. Dus komen veel met de auto. Dat kan overlast veroorzaken. Als school willen graag in harmonie met de buurt leven. Wij willen ook met de buurt een prettige sfeer en geen problemen.’

Vanuit de buurt was er tijdens de FeestWeek Middelland een leuk initiatief voor samenwerking met de internationale school: de Schoolpleinbios. De bedoeling was om een Deense film over een groepje ouders op een school te kijken op het schoolplein aan de Graaf Florisstraat. Die is toen vanwege de regen verplaatst naar een binnenlocatie, maar we zijn nog steeds van harte welkom om het nog eens te organiseren bij de Harbour School. ‘Daar was een goede samenwerking en daar staan we voor open, want de liefde moet van twee kanten komen.’

Levenslessen

Elvira gaat volgend jaar met pensioen. Stilzitten gaat ze echter niet. Met een aantal vrijwilligers onderhoudt ze grafstenen van een oude Israëlitische begraafplaats in Den Haag. Ze is vaste vrijwilliger in een bejaardentehuis waar ze de oudjes blij maakt met koffie, thee, een luisterend oor en liedjes. Ook zit ze in een buurtpreventie team samen met de wijkagent. 

Deze grafstenen zijn ca 200 jaar oud.
Vrijwillerswerk van Elvira:
grafstenen ontdoen van gras en onkruid. Daarna borstelen zodat de tekst duidelijk te zien is.

Ze kijkt intussen terug op een mooie en bewogen loopbaan die haar twee lessen heeft geleerd.

Ten eerste het belang van een goede, consequente opvoeding.
‘Opvoeding is moeilijk, het is een baan op zich. Kinderen varen er wel bij als ze weten wat er wel kan en wat niet. Kinderen willen duidelijkheid. Ze zoeken altijd de grenzen op van ouders, leraren en anderen. Aan hen de taak dit af te bakenen, in belang van het kind. Ik vraag in gesprekken met jonge ouders vaak: Wie maakt de dienst uit? Wie bepaalt wanneer het kind naar bed kind moet? Jonge ouders vinden het vaak lastig grenzen te stellen.’

Ten tweede: het belang van naar elkaar omkijken.
‘Het leven is druk, gejaagd. Kleine hoofden zitten voor de iPad, telefoon. Praat met elkaar! Dat is belangrijk voor de band tussen ouders en kinderen en voor de taalontwikkeling. Leg regelmatig alle apparaten aan de kant. Naar elkaar omkijken geldt ook voor je buren. Doe moeite om elkaar te leren kennen. Let op elkaar en vooral op de ouderen.’

Elvira is na haar vertrek nog twee keer terug geweest in Kenia maar ze merkte al snel dat het niet meer hetzelfde is omdat als je ergens leeft, je de complete puzzel hebt. Die geweldige tijd komt niet zomaar terug. Wat ze meeneemt zijn mooie herinneringen en wat ze daar heeft geleerd over het leven en het lijden, over het verschil tussen de sloppenwijken en de intense rijkdom die daar is. Ze zag hoe mensen er met de dag leven en ze leerde daar haar zegeningen tellen. Dankbaar te zijn voor de dingen die goed gaan in je leven. Na ernstige ziekte een paar jaar geleden, beseft ze des te meer dat ‘Count Your Blessings’ geen holle frase is.

Gerelateerde artikelen

Comments are closed.